Bron: Leeuwarder Courant, 4 december 2000
Pikachu doet Sint even vergeten
Kinderen die Pokémon sparen of spelen, gaan helemaal op in de fantasiewereld van de getekende monstertjes.
Als ze er onderling over praten, is er voor niet-ingewijden geen touw aan vast te knopen.
En als Pikachu dan ook nog levensgroot voor hun neus staat, zoals zaterdag in Leeuwarden, dan groeit het fenomeen zelf Sint even boven het hoofd.
De grote pluche poten schuifelen door de hal van de harmonie in Leeuwarden.
"Paahaap, je moet me optillen. Ik wil z'n ogen zien. Daaahaaaag, Pikachu. Ik ben er, Tineke."
Tineke den Dulk (3) klemt haar armpjes rond het zachte, gele Pokémon-lijf. Om het vervolgens een half uur vast te houden.
Even zijn Sint en Piet vergeten. Pikachu, Gengar en Dratini maken zich meester van alle kinderlijke aandacht.
Het blijft niet bij de zachte knuffels van Pikachu.
Fris gekleurde broodtrommeltjes komen op tafel.
Tijd voor het Pokémonspel.
"Hoeveel energy's heeft die gast? Ik doe een invisible wall. Ach man, ik hypnotiseer jou.
Flip a coin. Ik dream eat jou."
Het klinkt allemaal superingewikkeld, onbegrijpelijk.
Maar Jan de Vried uit Gytsjerk leerde het spel in een dag.
En zaterdag legde hij kinderen en hun ouders uit hoe ze het Pokémon-spel moeten spelen.
Kinderen sparen vooral Pokémon-kaarten. spelen komt later, weet Frank Tibosch van PS-games uit Helmond.
Hij trekt door heel Nederland met zijn Pokémon-tour.
Samen met zijn speelgoedwinkel Spellekijn richtte hij een bovenzaal van de Harmonie in als mega-Pokémon-hal.
Geconcentreerd zit Li-Ying Tjeng (16) uit Leeuwarden naar de kaarten te kijken.
Samen met andere geoefende spelers doet ze een echt wedstrijdje.
Jaldert Veeman (11) en Patrick Zijlstra (14) houden de boel in de gaten.
De gymleaders helpen soms en kijken of er iemand vals speelt.
De twee jongens zijn keigoed in het strategische kaartspel, kennen bijna ieder kaartje uit hun hoofd.
En daar staat een hoop op.
De ontwikkelingsfase, de aanvalsschade, het type van de Pokémon en het aantal incasseringspunten.
Klinkt als geheimtaal. Pfff, zucht Daisy Bergsma (12).
Het spel vindt ze simpel, je moet gewoon even nadenken, maar alles onthouden wat er op de kaarten staat? "Gek."
"Ha, die is dood", zegt Li-Ying.
"Nee, flauwgevallen. Pokémon gaan niet dood", verbetert Patrick.
Opvoedkundig verantwoord.
Aan de riem van Li-Ying bungelt een gele Pikachu.
Die kreeg ze vijf jaar geleden, van haar nichtje uit Singapore.
"Een schattig diertje, maar wat het nu precies was?"
Nu kan ze zich geen leven zonder Pokémon voorstellen.
Ja, toch nog, er is er eentje.
Het Pokémonspel trekt ook volwassenen.
Igor Bosma (35) uit Leeuwarden steekt minstens twee koppen boven zijn tegenstanders uit.
Hij vindt Pokémon geweldig.
Via internet schrijft hij zich in voor toernooien.
Vaak speelt ie tegen kinderen.
Hij kent vier volwassenen die het spel beoefenen.
Pikachu drentelt voorbij.
Igor speelt door.
Tineke en haar broertje Wouter (5) laten het spel voor wat het is.
Hun superzachte superheld, Pikachu.
|